Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. 12. Dit voegen enigen bij het woord zwaard, alsof de profeet zeide: Welk zwaard [te weten het woord der waarheid, waarvan in het volgende] uwe majesteit en heerlijkheid is. Anders, [in] of, [met] uwe majesteit, enz.